Er zijn twee soorten alpaca’s: de Suri en Huacaya.
De Huacaya dit is een soort die zowel in Amerika als hier bij ons veel voorkomt.Dit komt het dat de sterkste van de 2 is. Zij hebben een echt dikke, donzige vacht zoals een teddybeer.
De Suri is de zeldzaamste maar ook de minst sterke van de 2 soorten.zij zijn gekenmerkt door hun dreadlocks
Alpaca’s zijn herkauwers. Ze raken zelfs op arme weiden aan voedsel. Naast de gewone weidegang moet een alpaca steeds voorzien zijn van hooi.
In de winter krijgen ze wat bijvoeding zoals een speciale alpaca-voederbrokken
Een alpacamerrie is zo’n 20 jaar vruchtbaar.
De gemiddelde draagtijd is zo’n 345 dagen of 50 weken. Meergeboortes komen niet vaak voor. Een merrie kan twee weken na de geboorte weer gedekt worden.
Leuk neveneffect: de mannelijke alpaca (de macho) “zingt” als hij er zin in heeft, dit noemt men "orgling". Zo tracht hij de merrie in de juiste sfeer te krijgen.
In de Incatijd mocht de alpacawol alleen gedragen worden door de adelijken, het gewone volk moest producten van lamawol dragen. De oude Inca's noemden de alpacawol de 'Wol van de Goden'. Alpacawol is een zachte, duurzame, luxe en zijde-achtige wol.
Ondanks de gelijkenis met (merino)schapenwol is alpacawol veel warmer, minder prikkelig en heeft het geen lanoline, waardoor het hypoallergeen is. Alpacawol is van nature waterafstotend en moeilijk brandbaar.
Alpacawol is de enige natuurlijke vezel die in zoveel verschillende kleuren voorkomt. Je hebt zo’n 22 verschillende kleurschakeringen: van het donkerste zwart tot puur wit.
Veel modehuizen zijn dan ook verzot op alpacawol.
Een koe loeit, een hond blaft en een alpaca?
Alpaca’s “hummen” of neuriën dit is het meest voorkomende geluid dat alpaca's maken, die is beschreven als een soort van muzikale spinnen. De alpaca's hummen als ze nieuwsgierig, tevreden en gelukkig zijn.
Bij gevaar slaakt een alpaca een alarmkreet, een beetje te vergelijken met het hinniken van een paard.
En ja, voor en tijdens het dekken “zingt” de hengst… genoemd " orgling".
Al zo’n 5000 tot 6000 jaar geleden werd begonnen met de domesticatie van de alpaca. De lokale bevolking (Indianen) hielden alpaca’s voor de wol en als transportmiddel.
Alpaca’s zijn aangepast aan het leven onder zeer barre omstandigheden. Op de Zuid-Amerikaanse hoogvlakten is het voedsel schaars en de temperaturen kunnen zeer extreem zijn. Vanwege het schaarse voedsel zijn de alpaca’s extreem efficiënte herkauwers.
De wol van alpaca’s is van zeer hoge kwaliteit. De meeste alpaca’s worden vanwege de wol gehouden.
De vrouwelijke alpaca wordt merrie of hembra genoemd, de mannelijke hengst of macho en het jong is een veulen of een cria. De merrie is geslachtsrijp wanneer ze 14 tot 18 maanden oud is. De hengst is geslachtsrijp wanneer hij 2-2,5 jaar oud is. De merrie kan het hele jaar door gedekt worden. Na een draagtijd van 11,5 maanden komt er één veulen ter wereld. Tweelingen zijn uiterst zeldzaam. Twee weken na de geboorte kan de merrie opnieuw gedekt worden.
Het veulen wordt ongeveer 6 maanden gezoogd.
De levensverwachting van alpaca’s is 15 tot 25 jaar.