*info/uiterlijk/voortplanting/gedrag/voedsel/leeftijd
De soort is 1,15 tot 1,3 meter lang, met een schouderhoogte van 65 tot 70 centimeter, en weegt 20 tot 30 kilo. Kenmerkend voor de soort zijn de uitzonderlijk slanke hoorns, die 30 tot 40 centimeter lang worden bij mannetjes en 20 tot 35 centimeter bij vrouwtjes. Ook hebben ze een crème- en wit gekleurde vacht die lichter is dan die van alle andere gazellesoorten. Andere kenmerken zijn een donkerbruine staart en brede hoeven om makkelijk mee op zand te lopen.
Het dieet van deze gazelle bestaat voornamelijk uit grassen, takken en scheuten. Per dag eten ze een totale hoeveelheid van ongeveer 30% van hun lichaamsgewicht. Uit dat voedsel halen ze ook hun grootste behoefte aan vocht. In het voorjaar en zomer trekken ze naar plekken met water hoewel ze daar bijna niet van drinken.
In de zomer vind de meeste activiteit in de vroege ochtend en de late middag plaats. Dit zijn dan meestal rustige wandelingen en tegelijkertijd grazen de kropgazelles. In de middag zoeken de kuddes de schaduw op waar ze kuilen maken om in te liggen. In de koelere wintermaanden is de middagpauze korter en soms wordt die zelfs helemaal overgeslagen. Als de kropgazelle gestoord wordt in zijn schuilplaats vluchten ze snel 200 tot 300 meter weg waarna ze van een veilige afstand het gevaar inschatten. Als het veilig lijkt, keren ze terug naar de schuilplaats. Hun eerste reactie op gevaar is verstijven, pas als de vijand dichterbij komt, vluchten ze zo snel ze kunnen. Kropgazelles zijn ontzettend snel, ze kunnen wel snelheden bereiken van 60 km per uur. In de winter leggen kuddes ongeveer 10 tot 30 km per dag af. In de zomer is dit minder. Bijna alle populaties kropgazelles migreren jaarlijks. In het broedseizoen worden de mannetjes territoriaal, waarbij ze mest op strategische plekken gebruiken om de randen van hun territorium aan te geven.
De kropgazelle heeft als één van de weinige gazelles een beperkt broedseizoen. Deze vindt plaats van november tot en met januari. De dracht duurt ongeveer vijf tot zes maanden waardoor de jongen in april en mei worden geboren. De jongen liggen de eerste twee weken gecamoufleerd bij hun moeder uit de buurt om op krachten te komen en hun wiebelige benen te versterken. In deze tijd komt de moeder ongeveer drie keer per dag bij de jongen terug om ze te voeden. Het vrouwtje wordt geslachtsrijp op een leeftijd van negen maanden en het mannetje op een leeftijd van achttien maanden.
leeftijd: 10 tot 12 jaar.