info de sneeuwpanter/voedsel/uiterlijk/leeftijd

 

De Sneeuwpanter leeft tussen de Szechuan-keten in China en loopt dan via de Himalaya naar de Pamir in het westen om tenslotte met een grote boog door het 10 Sjanggebergte ((Tot aan de hemel rijkend)) in de Altaï in het noorden in het noorden eindigt. 
Hij leeft op een hoogte van 2000m tot 6000m hoogte, dit is ook de reden dat dit dier pas heel laat ontdekt werd. In 1890 wel te verstaan.
Een andere reden is dat het op deze hoogte nogal onbegaanbaar is. 
Je moet een goede bergbeklimmer zijn wil je een kans hebben om een Sneeuwpanter te zien en dan komt er ook nog bij dat ze heel erg schuw zijn. Dus dat je ooit een Sneeuwpanter in het wild zult zien is erg klein. 
Sommige mensen zeggen dat ze het dier ook in de omgeving van de rivier de Amoer, de Kaukassus, Klein Azië en Perzië is gezien maar dit is zeer waarschijnlijk een misverstand, waarschijnlijk is dit een langharige variëteit van de gewone Sneeuwpanter. 
In 1930 is in het oosten een ondersoort van de Sneeuwpanter aangetroffen. De Sekkhim sneeuwpanter, de grondkleur van dit dier is donkergrijs en van de gewone panter is dit lichtgrijs tot een beetje gelig, verder heeft de schedel een paar afwijkingen in vergelijking mat die van de gewone Sneeuwpanter en verschillen de aftekenigen iets anders. 

Een Sneeuwpanter eet normaal gesproken Steenbokken, wilde schapen waaronder de Argali en de zeer grote Pamir-schapen die de grootte hebben van Edelhert en verder nog Hoenderachtigen en verschillende soorten knaagdieren zoals Marmotten, hazen en muizen. In de zomer geeft het de voorkeur om overdag te jagen en in de avond of nacht omdat hij anders in de weg word gezeten door mensen, tegen de tijd dat het kouder word gaan de prooidieren van de Sneeuwpanter naar lager gelegen gebieden en vertrekt de Sneeuwpanter ook naar die gebieden maar op die hoogtes wonen ook mensen, men zal de Sneeuwpanter dus niet gauw overdag tegenkomen maar hij laat wel weten dat hij er is door ‘s nachts of en toe een schaap of kleine pony als prooidier te kiezen omdat deze nogal makkelijk te vangen zijn omdat ze meestal in een 
omheining of vast staan en geen goede schuilplaatsen hebben. 
Een Sneeuwpanter bespringt zijn prooi het liefst van boven en hij kan zowel op open vlaktes jagen als in de bergen want hij is snel kan goed klimmen en kan sprongen van wel 15 meter maken. 

Een Sneeuwpanter krijgt 2 tot 4 jongen per nest. 
De welp van een Sneeuwpanter is anders dan welpen van andere katachtingen erg mollig vanwege de dikke vacht. Het grootbrengen van de welpen in de dierentuinen ging dan ook erg moeilijk omdat de verzorgers dachten dat het jong het goed had omdat hij zo dik lijkt terwijl de moeder het eigenlijk verwaarloosd. 
De laatste tijd halen ze het jong als het geboren is gelijk bij de moeder vandaan om het vervolgens door een hond of met een fles op te voeden. Het is slechts een paar keer gelukt de welp door de moeder zelf op laten voeden. Het welpje doet na ± 10 dagen zijn ogen open en na ± 3 weken gaan ze een beetje mee-eten met hun moeder. De draagtijd is 98 tot 103 dagen en het vrouwtje is 2 keer per jaar bronzig zo rond het eind van de winter. 
Een volwassen vrouwtje weegt tussen de 35 en 40 kg. 
Een volwassen mannetje weegt tussen de 45 en 55 kg. 

Sneeuwpanters worden in een dierentuin gem. 20 jaar.

https://www.scholieren.com/werkstuk/1680

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb