*info/leeftijd/voedsel/voortplanting/gedrag
Verspreidingsgebied:Marokko, Noord-Algerije en Gibraltar
Voedsel:Vruchten, insecten en andere kleine dieren
.Lengte:50 - 60 cm.Gewicht:11 - 15 kg.
Leeftijd:Tot 20 jaar
De berberaap heeft, net als de meeste andere makaken, een kaal gezicht. Bij de berberaap is het gezicht roze. Het is een aap met een dikke okergrijze vacht, waarbij de kroon, handen en voeten een oranje kleur hebben, en het gezicht wordt omringd door donkere haren.
Hij heeft lange ledematen (beide ongeveer even lang) en korte, brede handen. De berberaap heeft, in tegenstelling tot de meeste andere makaken, geen staart. Dit zijn aanpassingen aan het leven op de grond: berberapen besteden meer tijd op de grond dan enige andere makaak.
Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Een mannetje heeft een lichaamslengte van 65 tot 75 centimeter, een schouderhoogte tot 50 centimeter en een gewicht van 7 tot 10 kilogram. Een vrouwtje heeft een lichaamlengte van 55 tot 65 centimeter, een schouderhoogte tot 45 centimeter en een gewicht van 4 tot 7 kilogram.
- Berberapen hebben een kaal, roze gezicht.
- Ze hebben wangzakken waarin ze voedsel kunnen opslaan.
- Volgens een legende blijft, zolang er apen op de rots leven, Gibraltar in handen van de Britten.
De Berberaap is een dagdier en een omnivoor. Hij eet vooral zaden als eikels, maar ook knoppen, gras, bladeren, knollen, bloemen, paddenstoelen, bast en korstmossen staan op zijn dieet. Hij eet ook dierlijk materiaal, van insecten tot vogels, waarbij vooral rupsen een belangrijk onderdeel van zijn dieet vormen. De Berberaap heeft wangzakken waarin hij voedsel kan opslaan.
De berberaap leeft in groepen van zeven tot veertig dieren. In een groep leven vaak meerdere volwassen mannetjes. De mannetjes werken samen om roofdieren weg te jagen. Mannetjes wisselen vaak van groep, terwijl vrouwtjes hun hele leven in één groep blijven.
Voortplanting
In de paartijd zwelt het achterste van het vrouwtje op. Van februari tot juni vinden de geboortes plaats. Na een draagtijd van zes tot zeven maanden wordt één jong geboren. Bijzonder is dat ook mannetjes belangstelling voor de jongen tonen, meer dan bij de meeste andere makaken. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vlooien en dragen de jongen en beschermen ze tegen roofdieren. Na zeven maanden worden de jongen gespeend en na een jaar zijn de jongen onafhankelijk.
Het vrouwtje is na vier jaar geslachtsrijp en het mannetje na 5½ jaar. De mannetjes verlaten dan de groep om alleen te leven of om zicht aan te sluiten bij een andere groep. Berberapen kunnen in de natuur ongeveer 22 jaar oud worden.