info,voedsel,broedtijd,lichaamslengte
Het Porseleinhoen is een kleine compacte ral met gele snavel, grijs met wit gevlekte onderdelen en bruin geschubde bovendelen. In tegenstelling tot andere rallen is de onderstaart volledig crèmekleurig. De poten zijn groen. Bij adulten is een beetje rood aan de snavelbasis zichtbaar. Porseleinhoenen vliegen niet snel op en sluipen ongezien weg door de vegetatie. In tegenstelling tot de (hoofdzakelijk nachtelijke) levenswijze is de zang zeer opvallend:
Als broedvogel van moerassen met ondiep water en lage oevervegetaties komt het Porseleinhoen maar in betrekkelijk weinig Nederlandse gebieden tot broeden. De meeste paren huizen in uitgestrekte moerasgebieden in de noordwestelijke helft van het land. Het voorkomen kan echter jaarlijks sterk wisselen, afhankelijk van de waterstanden en het ontstaan of verdwijnen van nieuwe broedplekken. De verspreidingskaarten, voor zover niet betrekking hebbend op één jaar, geven dan ook de maximale verspreiding aan. Lokale terreinomstandigheden en meer algemene weersomstandigheden (droog of nat voorjaar) spelen beide een rol in het aantalsverloop. In het rivierengebied kan deze soort explosief optreden na overstromingen laat in het voorjaar, maar dit verschijnsel is sinds 1983 niet meer op grote schaal voorgekomen.
Buiten de maanden april tot en met oktober wordt het Porseleinhoen amper waargenomen. Doortrek vindt vermoedelijk plaats tussen half maart en begin mei, en van begin augustus tot half oktober. Vestigingen in nieuw ontstane broedgebieden kunnen tot in juli plaatsvinden, wat erop wijst dat Porseleinhoentjes zich ook buiten de bekende trekperioden verplaatsen.
deze dieren zijn vooral in de schemering en 's nachts actief en zoeken dan op het land of in ondiep water naar insecten en ander klein gedierte. Hij heeft een vreemd loopje met kleine rukjes, knikkend met de kop en wippend met de staart. Het dier is een trekvogel.
De lichaamslengte bedraagt 22 tot 24 cm en het gewicht 55 tot 150 gram.
Deze soort komt voor in rietmoerassen in de gematigde klimaatgordel van europa en west-azie,het is een trekvogel die overwintert in Afrika en India
Verzamelt voedsel in ondiep water (minder dan 15 cm) of op slik, bijna altijd in de dekking van vegetatie. Het voedsel bestaat uit insecten en andere ongewervelde dieren (wormen, slakjes, kreeftachtigen e.d.), kleine visjes en amfibieën, plantaardig materiaal zoals zaden en wortels.
Territoriaal. Man manifesteert zich met opvallende baltsroep, vooral 's nachts te horen. Broedt van april tot juli, waarbij 8-12 eieren worden gelegd, soms 2 nesten per jaar. Doordat de eieren niet tegelijkertijd worden gelegd, kan het 24 dagen duren voordat alle eieren uitkomen (18-19 dagen voor één ei). Beide ouders zorgen voor de jongen, die allemaal in het nest blijven tot alle jongen geboren zijn, maar vrijwel dan binnen 8-10 uur het nest verlaten. Enkele dagen laten kunnen ze zelf voedsel zoeken, en meestal kunnen ze binnen 45 dagen vliegen.