*info/soorten/voeding/voortplanting/winterslaap/leeftijd
Onbekend is onbemind. Vleermuizen zijn zachtaardige insecteneters. Toch roept de naam 'vleermuis' dikwijls negatieve gevoelens op of in ieder geval iets mysterieus. Waarom denken we anders bijna altijd over vampieren, heksen, duivels, … als we over vleermuizen praten. Waarschijnlijk heeft hun nachtelijke levenswijze hier voor iets mee te maken. Nochtans zijn er streken, zoals in China waar ze als gelukbrengers gezien worden. Vleermuizen bestaan ook al zeer lang, veel langer dan de mens zelf . De oudste resten van vleermuizen dateren van 55 tot 60 miljoen jaar geleden. Om je een idee te geven van hoe oud dit wel is; de meeste dinosauriërs stierven uit ongeveer 65 miljoen jaar geleden en de oudste fossiele resten van de mens zijn maar 4 miljoen jaar .
De vleermuizen of om een moeilijk woord te gebruiken, de Chiroptera (wat staat voor handvleugeligen) kan men indelen in 2 hoofdgroepen: de vliegende honden of vruchtenetende en de insectenetende vleermuizen (maar tot deze laatste groep behoren ook vruchtenetende, bloembezoekende, bloedzuigende, visetende tot zelfs carnivore vleermuizen).
Belangrijk om te weten over vleermuizen is dat zij de enige zoogdieren zijn die echt kunnen vliegen, want zoals hun naam het zegt heeft er zich een vlieghuid ontwikkeld tussen hun vingers. Hun vleugels zijn zo goed als niet behaard, maar ze worden wel perfect onderhouden en geregeld ingesmeerd met een soort vet. De vlieghuid is eveneens doorlopen van bloedvaten. Dankzij sterke spieren die in de schouder gelegen zijn, worden de vleugels in beweging gebracht. Hierdoor kunnen ze zoals sommige vogels (denk maar aan de kolibrie) ter plaatse blijven vliegen en stilzittende prooien zoals kevers of nachtvlinders van bladeren of zelfs van de bodem grijpen. Er zijn er die zelfs spinnen uit hun web plukken! Ook de soorten die leven van nectar blijven voor een bloem ter plaatse vliegen en zuigen via een lange tong de nectar uit de bloem op.
Hun nachtelijke levenswijze doet veel mensen eraan denken dat vleermuizen blind zijn? Maar is dat nu echt zo? Nee, want ze bezitten kleine oogjes waarmee ze wel degelijk kunnen zien. Maar laat ons duidelijk zijn, buiten de vliegende honden gebruiken ze hun ogen niet om achter voedsel aan te gaan. Daarvoor beschikken ze over een soort radar systeem: de echolocatie. Ze roepen heel luid en door de echo ervan, kunnen ze zich een perfect beeld van de omgeving vormen. Sommige soorten vleermuizen kunnen in de volslagen duisternis draden ontwijken van minder dan 1 mm dik.
De geluiden die ze produceren liggen boven onze hoorgrens waardoor we ze niet kunnen horen, gelukkig maar, want mochten we ze kunnen horen dan zou het net zo zijn alsof er iemand met een drilboor naast je aan het werken zou zijn.
Hun voedsel is al even gevarieerd als er bijna soorten zijn. In de tropen zijn er veel bomen en struiken die veel vruchten dragen, deze worden door verschillende soorten vleermuizen gegeten. Trouwens er zijn bijna 2000 planten waarvan de bloemen enkel en alleen bestoven worden door vleermuizen. Deze soorten vleermuizen vinden hun voedsel via de reuk.
Eén der meest merkwaardige voedselspecialismen in de dierenwereld behoren toe aan de vampiervleermuizen. Ja, inderdaad vampieren bestaan echt en deze vleermuizen leven van bloed. Maar het zijn niet de grote dieren die we in griezelfilms zien, het zijn kleinere vleermuizen, de grootte van een mus. Maar in tegenstelling tot wat we in films zien beschikken ze niet over 2 hoektanden waarmee ze in de nek van hun prooi bijten en leegzuigen, ze hebben wel vlijmscherpe snijtandjes waarmee ze een sneetje maken in de huid van hun prooi. Via een gleufje in hun onderlip likken ze het bloed op. Verder zijn er ook vleermuizen die leven van vis, kleine gewervelde dieren zoals muizen of andere vleermuizen tot zelfs vogels. Bij ons en in de rest van Europa leven de meeste vleermuizen van insecten en spinnen, maar in het zuiden is er wel één soort (de Grote rosse vleermuis) die op kleine zangvogeltjes jaagt. De paartijd.
Deze loopt bij vleermuizen van augustus tot november. De vrouwtjes gaan dan op zoek naar een mannetje, dat is bijzonder, bij veel dieren gaat juist het mannetje opzoek naar een vrouwtje.
Na het paren worden de vrouwtjes niet direct zwanger.
Zij bewaren het sperma van het mannetje in een speciale klier tot het volgend voorjaar, pas dan wordt het vrouwtje drachtig. Dat doen ze omdat in het voorjaar najaar heel weinig insecten rond vliegen. De moeder en het jong zouden daardoor te weinig eten krijgen, bovendien kost het zwanger zijn in winterslaap veel energie. is het dan ook te koud.De drachtperiode.
Omstreeks eind april begin mei tijd worden veel vrouwtjes drachtig.
Vaak gaan drachtige vrouwtjes, van dezelfde soort, gezamenlijk een kolonie vormen, zonder mannetjes, we noemen dat een kraamkolonie.
Een kraamkolonie is soms wel 25-250 vrouwtjes groot en is door het grote aantal dieren beter bestand tegen gevaar van buitenaf en de jongen zijn minder kwetsbaar omdat er altijd wel een vrouwtje in de kraamkamer achterblijft als de andere vrouwtjes op jacht zijn naar insecten.De geboorte en opgroeien.
Het jong wordt meestal in juni – juli geboren en gaat direct na de geboorte bij zijn moeder drinken.
Soms vliegt het jong, als het nog klein is, met moeder mee, vast geklemd aan haar borst.
Gedurende de nacht, als het jong thuis is gebleven, komt het vrouwtje regelmatig terug van de jacht om het jong te laten drinken.
Na ongeveer 3 weken gaat het jong vliegen en na ongeveer 6 weken kan het zelfstandig op jacht gaan. Na het uitvliegen van de jongen valt de kraamkolonie uit een.De voortplanting:
De paring vindt meestal plaats in de herfst. Het vrouwtje bewaart het sperma in haar lichaam tot na de winterslaap. Pas na vijf maanden vindt de bevruchting plaats.
Het jong wordt geboren als de meeste insecten vliegen, ongeveer eind juni! De vrouwtjes brengen hun jongen ter wereld in kraamkolonies waarin alleen vrouwtjes met hun jong verblijven.
Het jong zit qua grootte tussen een bij en een hommel en is kaal en zo roze als een garnaal. De jongen zijn na vijf weken zelfstandig.
De zwangerschap bedraagt 44 tot 80 dagen en is afhankelijk van het voedselaanbod!Winterverblijf:
Vleermuizen houden een winterslaap van ongeveer vijf maanden. In een winterverblijf zakt de temperatuur van een vleermuis naar ongeveer de omgevingstemperatuur. De hartslag daalt naar ongeveer 20 a 30 slagen per minuut. (Normaal bij het jagen 400 slagen per minuut) Ademhaling eens in de vijf a zes minuten. Zij verteert bijna geen vet en kan vijf maanden zonder voedsel door komen. Soms worden ze wakker en likken dan condensdruppels van een wand of plafond.
In de overwinteringsplaats moet een heel constante temperatuur heersen, niet vriezen en ook niet warmer zijn dan tien graden.
Ook moet het er bij voorkeur vochtig zijn, om uitdroging van de vleermuis te voorkomen. (Denk aan een koelkast waarin de vleeswaren uitdrogen).
Plaatsen die voldoen vindt men onder de grond. (IJs)kelders, oude militaire forten, bunkers en de mergelgroeven in Zuid-Limburg zijn zulke plaatsen. Sommige soorten overwinteren ook in spouwmuren van gebouwen, tunnels, boomholten met een kleine ingang en dikke wanden, e.d.
de vleermuis wordt 10 tot 16 jaar oud.L
soorten/
-
Baardvleermuis
-
Bechsteins vleermuis
-
Bosvleermuis
-
Brandts vleermuis
-
Franjestaart
-
Gewone dwergvleermuis
-
Gewone grootoorvleermuis
-
Grijze grootoorvleermuis
-
Grote hoefijzerneus
-
Grote rosse vleermuis