*info/uiterlijk/voortplanting/voedsel/leeftijd

 

komt uit Noord- en Noordoost-Europa, Scandinavié tot Polen, verder tot Noord- en Oost-Azië en Noord-Amerika, Alaska en CanadaPlaatselijk algemeen voorkomend.

De hoog op de poten staande eland is het grootste in het wild levende landzoogdier van Europa.

Zijn grote vormloze kop met het wijd uitstaande schoffelvotmige gewei maken hem onmiskenbaar.

Tocht krijgt niet iedere stier zo'n schoffelvormig gewei.

De jonge stieren ontwikkelen in hun eerste vijf levensjaren slechts een stangengewei en er zijn altijd volgroeide elanden die geen schoffelvormig gewei krijgen.

Zoals bij alle herten wordt het gewei na de bronsttijd afgeworpen en een nieuw gewei groeit in het volgend voorjaar binnen 2 - 3 maanden uit.

In tegenstelling tot alle andere grote hertesoorten vormen elandkoeien geen roedels, maar trekken ze alleen met hun jongen rond vaak begeleid door kalveren van voorafgaande jaren.

Tijdens de bronsttijd in de herfst komt het tot hevige gevechten tussen de elandstieren.

Een volwassen elandstier vormt geen harem maar volgt enkele dagen een bronstige elandkoe die hij na de paring verlaat waarna hij op zoek gaat naar een andere bronstige elendkoe.

Elanden hebben platte, wijd spreidbare hoeven eb grote bijhoeven.

Het draagvlak wordt daardoor aanzienlijk vergroot zodat de zware dieren niet ver wegzakken in de moerassige grond of in sneeuw.

De eland is net als het ree bijzonder kieskeurig bij het voedselzoeken.

Hij mijdt het gras dat arm aan voedingsstoffen is en heeft een voorkeur voor eiwitrijke knoppen en kruiden.

In de zomer eet hij graag waterplanten waarvoor hij zelfs tot 5 meter diep duikt.

Elanden kunnen heel makkelijk tam gemaakt worden, men heeft ze in verschillende gebieden van oudsher als rij- of lastdier gebruikt of voor de slee gespannen .

Het is echter nooit gelukt om ze tot echte huisdieren te maken.

 

'voedsel:  Zomers kruidachtige gewassen, bladeren, kruiden, waterplanten, 's winters twijgen, naalden, bast.

In de voortplantingstijd van september tot oktober vinden er veel gevechten plaats tussen de stieren, waarbij ze elkaar met het gewei te lijf gaan, maar gewoonlijk weinig schade aanrichten. Zij zijn polygaam: een volwassen stier dekt een aantal koeien. De stieren brullen naar de wijfjes en als ze antwoord krijgen, stormen ze luidruchtig door het struikgewas op het geluid af.
De stier blijft soms bij de koe van zijn keuze totdat haar kalf 10 dagen oud is. De draagtijd bedraagt 240-270 dagen, waarna 1-3, gewoonlijk 2 jongen worden geboren. De eerste maal dat een koe werpt krijgt zij slechts één kalf, maar daarna schijnen tweelingen regel te zijn, met heel af en toe een drieling. Het kalf is geheel roodbruin gekleurd. na tien dagen trekt hij met zijn moeder mee. De eerste drie dagen is hij niet in staat veel te lopen en de koe blijft dicht in de buurt. Kalveren blijven gedurende 2 jaar bij de moeder, totdat ze seksueel volwassen zijn. Elanden kunnen wel een leeftijd van 20 jaar bereiken.

 

Lengte : tot 2,85 m

Grootte : schouderhoogte tot 230 cm

Gewicht: 250 - 800 kg