* info algemeen/huisvesting/voortplanting/voeding/leeftijd

 

De familie omvat een grote groep, en in verschillende leefgebieden voorkomende soorten. Zo zijn er boom- en bodembewoners en soorten die in of bij het water leven. Het zijn overwegend levendige, goed klimmende en/of springende roofdieren. Velen zijn in de schemer en in de nacht actief. Naast de grootte van het verblijf is ook de inrichting van het verblijf van het grootste belang. Marterachtigen hebben namelijk een sterke band met hun omgeving.

Ze hebben een huisvesting nodig met voldoende schaduw. Van vier tot acht m³ groot. Regenvrij als het kan.

Kleine eekhoorns, zoals b.v. de gestreepte grondeekhoorns hebben een verblijf nodig dat minimaal 1 m2 grondoppervlakte heeft. Dit bij een hoogte van 1,5 m. voor een koppel. Grotere soorten zoals de rode eekhoorn, de vliegende eekhoorn, de siesel en de Afrikaanse eekhoorns vragen verblijven die voor twee dieren niet kleiner zijn dan 3 m2 (bij klimmende soorten kooihoogte van 2 m.). De grote soorten zoals de reuzeneekhoorn hebben verblijven van minimaal 4 m2 grondoppervlakte nodig (per 2 dieren). Het is aan te bevelen dat de dieren over buitenverblijven kunnen beschikken. Prairiehonden en marmotten dienen in buitenverblijven gehouden te worden, die voor een kleine groep niet kleiner dan 20 m2 mogen zijn.

Voor in bomen levende soorten dienen de verblijven met veel takken en klimgerei voorzien te zijn. Er moeten slaapholen en -nesten aangeboden worden. Marmotten, prairiehonden en andere grondeekhoorns hebben verblijven nodig met een natuurlijke bodem of een diepe zandbodem waarin zij zich kunnen ingraven. eekhoorns planten zich 1 à 2 keer per jaar voort, afhankelijk van onder andere weer en beschikbare hoeveelheid voedsel.
Tropische soorten kunnen zich in principe het hele jaar door voortplanten, ze kennen immers geen seizoen en beschikken het hele jaar over voldoende voedsel.
Een worp bestaat meestal uit 1 tot 4 jongen.
De draagtijd varieert van 30 tot 45 dagen, afhankelijk van de soort.
De jongen komen uit het nest na ongeveer 5 à 6 weken.
Na 10 tot 13 weken zijn (eten) de jongen zelfstandig.

laat ze in deze maanden zoveel mogelijk met rust. Kijk in deze tijd ook niet in de nesten. Hou ze wel in de gaten, een drachtig  of een gezogen vrouwtje is te herkennen. Zorg ook voor drie nestkasten per koppel. Na zo’n 47 dagen komen de jongen uit het nest, na veertien dagen uitlopen moeten de jongen naar een andere volière om te spenen. Een week later kan er al een nieuw nest zijn.

In de overige maanden moet je ze ook goed verzorgen, ontwormen, nesten en volière reinigen. Ongedierte zoals muizen en luizen of vlooien bestrijden. Tabak stelen als nest matreaal  tegen ongedierte.

De meeste grondeekhoorns vormen families en kolonies. De meeste boomeekhoorns leven solitair of hooguit koppelsgewijs.

De meeste eekhoorns voeden zich plantaardig. Af en toe nemen zij ook dierlijk eiwit aan. Men dient ervoor te zorgen dat regelmatig takken en ander hard materiaal om te knagen aanwezig is, zodat de snijtanden afgeslepen kunnen worden.

Het hoofdgerecht van tropische eekhoorns  bestaat uit vers  fruit, zaden  en noten. Daarnaast eten de meeste soorten insecten,  takken/ bast van bomen,  bladeren, maar ook bloemen en kruiden.  Dagelijks hebben ze vers water nodig en mineralen, b.v. in de vorm van een kalk-blok, gistocal, hertengewei of een mergpijpje.  Takken, kalk-blok  en noten zijn ook belangrijk om op te knagen en daarmee hun altijd doorgroeiende tanden te slijten.

Alle soorten hebben het hele jaar door een deugdelijk binnen-verblijf nodig, tocht-  en vochtvrij en het binnen verblijf dient  in de koude maanden verwarmd te  kunnen worden. Ook is het wenselijk dat de buitenvolières (deels) overdekt zijn, zodat de dieren kunnen schuilen tegen regen en een schaduwplek kunnen vinden.  

leeftijd: 6 tot 8 jaar

Europese soorten zijn:

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb