De bontebok is een soort antilope die voorkomt op de savannen van Zuid-Afrika en enkele buurlanden.  Ze zijn sterke familie van de lierantilope.  We erkennen twee ondersoorten : de gewone bontebok en de blesbok.  Het zijn stevige dieren met een korte nek en worden 85 tot 160 centimeter hoog tot aan de schouders.  In lengte kunnen ze tot 2 meter groot worden.  De vacht is rossig of paarsachtig tot kastanjebruin van kleur.  De buik en de poten zijn lichter tot wit van kleur.  De hoorns hebben de vorm van een lier en tellen ringen.  Wat opvalt bij deze antilope is de lange snuit en de witte bles die erover loopt. 

De dieren voeden zich met grassen en kruiden waar ze vooral 's ochtends en 's avonds van grazen.  Ze leven in groepjes van 6 tot 30 dieren met één mannetje als leider van de groep.  Zij zullen hun hoorns gebruiken om andere mannetjes op afstand te houden.  Echte gevechten zijn het niet, maar eerder schijngevechten.  Als een vrouwtje bevalt van een kalfje gebeurt dat binnen de groep.  Ze gaan zich dus niet afzonderen zoals wel vaker antilopen doen. 

Lange tijd zijn de dieren sterk bedreigd geweest.  Maar het oprichten van een Nationaal park heeft voor een opleving van de soort gezorgd.