*info/voeding/leeftijd/voortplanting

 

 Walvissen zijn warmbloedig (homoiotherme) dieren. Dat betekent dat ze levende jongen ter wereld brengen. Omdat de walvis in het water leeft worden de kalveren van de walvis in het water geboren. Deze kalveren worden gevoed met melk uit speciale melkklieren. Dit is een kenmerk voor een zoogdier een ander kenmerk is dat walvissen zuurstof opnemen via de longen. 

Tijdens het duiken nemen walvissen weinig lucht mee naar beneden; de longcapaciteit is bij de grote soorten maar ongeveer de helft van die bij de landzoogdieren. De zuurstofvoorraad wordt niet opgeslagen in de longen, maar in het spierweefsel. In dit spierweefsel worden zuurstofmoleculen gehecht aan het eiwit myoglobine. Doordat het zuurstof zo goed kan worden opgeslagen houd een walvis wel 20 minuten onder het water uit. Wanneer de walvis binnen 20 minuten weer naar het oppervlak van het water komt gaan de neusgaten open. Vervolgens begint de uitademing dit gaat gebaard met hevig genuif (blazen). Dit herkent u misschien wel van beelden van grote soorten, want dan ontstaat er een fontein van gecondenseerde waterdamp. 

Voeding: vis, inktvis, kreeftachtigen

Leeftijd mogelijk tot 200 jaar

Een walvis kan zwanger worden als ze zes tot tien jaar is. De mannetjeswalvis versiert het vrouwtje door een soort dansje te doen. Als het vrouwtje het mannetje dan leuk vind gaan ze samen in het water paren. Het jong van een walvis wordt een Kalf genoemd. De moeder draagt het Kalf wel elf tot twaalf maanden. Dat is een heel jaar! Als het vrouwtje drachtig is zwemt ze naar tropische wateren, want als het Kalf geboren wordt heeft hij nog niet zo’n dikke speklaag. De eerste paar maanden geeft de moeder het Kalf moedermelk. Daarna moet het jonge walvisje zelf voedsel leren zoeken en zodra het Kalf wat groter is zwemmen moeder en jong naar waar ze vandaan komen.(afbeelding 12 laten zien)