1. soorten pauwen

2. uiterlijk

3. voeding

4. hoe leven pauwen

5.broedtijd en jongen

6.leeftijd

 

 

Er zijn drie soorten pauwen: de blauwe pauw, de groene pauw en de congopauw. De blauwe pauw wordt het meest gehouden. Het bijzondere aan pauwen is de sleep bij de mannetjes (hanen), die prachtige kleuren heeft en wel 150 cm lang wordt. Bekend is het ‘pauwenoog’ aan het einde van de sleep. Met zijn staart meegerekend wordt een haan ongeveer 2 meter lang. De vrouwtjes (hennen) hebben geen sleep en zijn ongeveer 1 meter lang. Alle dieren hebben een kroontje op de kop en twee witte strepen, één onder en één boven hun oog. Pauwen kunnen 20 tot 30 jaar oud worden.

De blauwe pauw komt uit Azië (India, Sri Lanka). Daar leeft hij in kleine families van één haan met drie tot vijf hennen. Ze zoeken eten op de grond: ’s morgens vroeg en ’s avonds scharrelen ze rond en eten zaden, granen, vruchten, bessen, insecten, wormen, veel groen en soms een muisje. ’s Nachts slapen ze in een boom. Het zijn heel nieuwsgierige dieren. Ze kunnen hard rennen en goed vliegen

Pauwen kunnen jongen krijgen als ze 2 jaar oud zijn. De haan probeert de hennen te veroveren door te roepen, zijn sleep omhoog te zwiepen en deze vervolgens als een waaier te openen. Dit heet pronken. Ook kan hij zijn sleep een ruisend geluid laten maken. De hen legt eind maart of begin april drie tot zes eieren. Het nest is meestal niet meer dan een kuiltje op de grond onder een struik. De hen broedt de eieren in 28 dagen uit en komt het nest alleen af om te eten, te drinken en te poepen. De kuikens zijn bruinig, op de vleugels zitten al dekveertjes en op de kop staat soms al een piepklein kroontje! Ze blijven vrij lang bij hun moeder. De vader bemoeit zich niet met de kuikens. Pauwen ruien één keer per jaar in juli/augustus. Bij de rui verliest de haan zijn hele sleep. Die groeit langzaam weer aan en is in februari weer op lengte. o Pauwen kunnen goed tegen de kou en kunnen het hele jaar door buiten blijven. o Een jonge pauw krijgt pas een sleepstaart als hij drie jaar oud is. De sleep is pas op zijn mooist als de pauw zes jaar oud is.

Pauwen zijn groepsdieren en daarom moet je ze altijd met meer dieren tegelijk houden. Bijvoorbeeld twee hennen met één haan. Je kunt ze het beste houden op een groot terrein met een hek van een meter hoog eromheen. Op het terrein moeten bomen staan, waar de dieren in kunnen slapen. Verder heb je een nachthok nodig van minstens zes vierkante meter en 250 centimeter hoog, met een paar zitstokken op 150 centimeter hoogte. De pauwen zullen niet ontsnappen als je ze eerst aan het terrein hebt gewend. Dat kun je in het begin doen door ze een paar weken in het nachthok te zetten, als dat groot en licht genoeg is. Je kunt pauwen ook houden in een grote volière: voor twee pauwen heb je minstens vijftien vierkante meter nodig, een hoogte van minstens 250 centimeter en een breedte van 300 centimeter. Ook moet er een nachthok zijn dat groot genoeg is. Als bodembedekking kun je een dikke laag zand gebruiken. Op de bodem van de volière kun je ook schors of houtsnippers gebruiken. In het nachthok kun je stro of houtkrullen gebruiken

.Pauwen eten siervogelkorrels, bijvoorbeeld aangevuld met fazantengraan. Geef geen scherpe granen zoals gerst en boekweit! De dieren eten graag fruit (o.a. appels, peren, bananen, druiven, bessen), groente (sla, wortel, broccoli, erwten, maïs) en onkruid. Pauwen kunnen slecht tegen plotselinge veranderingen, dus als je wilt veranderen, doe dat dan in kleine stapjes. Zorg altijd voor een bakje met maagkiezel en een bakje met grit. Vogels hebben maagkiezel nodig om hun eten te kunnen verteren en grit hebben ze nodig voor de kalk (bijvoorbeeld voor de eieren!). Zorg ook altijd voor vers drinkwater.

Ververs dagelijks het water en was de drinkbak(ken) af. Maak de zitstokken en de mestbakken minstens één keer per week schoon en vervang een keer per maand de bodembedekking in het nachthok. Vervang één keer per jaar de bovenste 20 centimeter van het zand in de volière en haal een keer per maand met een zeef de poep en veertjes uit het zand. Een gezonde pauw is schoon, actief en oplettend. Een dier dat er dof en rommelig uitziet, suf wordt, geen zin in eten heeft en apart gaat zitten met opgezette veren, is waarschijnlijk ziek. Waarschuw dan snel de dierenarts.pauwen worden 25 a 30 jaar oud.