1.uiterlijk,leeftijd ,voeding,voorplanting,info

 

Alle arenden hebben uitzonderlijk goede ogen waarmee ze kleine voorwerpen vanaf grote afstand kunnen zien. Een arend ziet een konijn waarschijnlijk al vanaf ruim drie kilometer. 
De mogelijkheid van ogen om zich in te stellen op voorwerpen op een bepaalde afstand heet: ‘scheidend vermogen’.
Arendsogen hebben een scheidend vermogen dat wel 8 maal zo goed kan zijn als dat van een menselijk oog.
Vogels hebben een extra ooglid dat het derde ooglid heet. Het is een soort knipvlies. Het oog kan ermee worden schoongemaakt of beschermd. Arenden trekken het vlies vaak over hun ogen als ze hun jongen voeden. Die kunnen dan niet in de ogen van de ouders pikken.

Arendsvleugels zijn heel erg licht. Het vrouwtje van de zeearend kan vleugels hebben van bijna 2,5 meter breed die toch niet meer wegen dan 900 f. Dat komt doordat de veren licht zijn en elkaar overlappen, zodat er veel lucht tussen zit. Een arendsvleugel is naar verhouding sterker dan een vliegtuigvleugel. 
Arendsvleugels kunnen ook heel erg sterk zijn. Iedere veer wordt bij elkaar gehouden door meer dan 350.000 haakjes. 

Zo ziet een veer er onder de microscoop eruit. De gedeelten met haakjes worden haakbaardjes genoemd en de delen waar ze aan vastgehaakt zitten heten boogbaardjes. Elk deel van de veer bestaat uit keratine, hetzelfde materiaal waaruit de nagels en de haren van mensen zijn opgebouwd. 

Als een arend met zijn vleugels wiekt, dan geeft de neergaande beweging van de vleugels de meeste vliegkracht. Om die reden zijn de spieren die de vleugels naar beneden trekken veel groter dan de spieren die de vleugels naar boven trekken. De vliegspieren zijn voor de arend zo belangrijk, dat ze vaak de helft van het totale gewicht van de vogel uitmaken.Arenden hebben holle beenderen. Op sommige plaatsen in de botten zitten verstevigingen, maar verder zit er alleen maar lucht in.
Het lichaam van de arend is er op gebouwd om te vliegen en dieren te vangen. Het moet licht genoeg zijn om op te stijgen en te vliegen, maar ook sterk genoeg om een prooi aan te vallen en mee te nemen. 

Baby-arenden zijn klein en hulpeloos als ze uit het ei komen, maar dat blijven ze niet lang. Alle arend-ouders zorgen erg goed voor hun jongen en geven ze al het voedsel dat ze maar willen. De jongen groeien heel erg snel. Steenarenden wegen bij hun geboorte slechts 85 g. Na 45 dagen wegen ze al 40 keer zo zwaar!

Veel soorten arenden gebruiken ieder jaar weer hetzelfde nest, dat steeds groter wordt. Een nest kan heel lang door arendspaartjes worden gebruikt, soms wel honderden jaren. Als een paartje sterft, kan een volgend paartje het nest overnemen en weer uitbreiden. Op die manier kan een nest wel zo groot worden als een auto!!!
Sommige soorten zoals de steenarend, kunnen twee of drie nesten hebben, waarvan ze echter maar één tegelijk gebruiken. De plek waar de jongen komen te liggen wordt meestal bedekt met bladeren of andere zachte dingen. 
Amerikaanse zeearenden en andere grote arenden bouwen duurzame nesten, die grotendeels van dikke takken worden gemaakt.

Het nest moet vooral op een veilige plaats komen. Als er geen hoge bomen in de buurt zijn, bouwt de arend zijn nest vaak tegen een rotswand. Dat is dan ook de fijnste plek voor de steenarend 

Nadat een wijfjes arend haar eieren heeft gelegd, moet ze vaak lang broeden voordat de eieren uitkomen. De steenarend moet ongeveer 50 dagen broeden. Af en toe lost het mannetje het vrouwtje af.
Tegen de tijd dat een steenarend-kuiken uit wil komen begint het in het ei al te piepen.
Nadat het begint te piepen heeft het kuiken ongeveer 15 uur nodig om zijn eerste gaatje in de schaal te pikken. Het diertje heeft daarvoor een speciale ‘eitand’. 
Als het eerste gaatje er eenmaal is begint het kuiken nog meer zijn best te doen. Maar het kan nog wel 35 tot 40 uur duren voordat het jonkie helemaal naar buiten is gekomen.
Als de kuikens eindelijk zijn uitgekomen zijn ze meestal erg moe. Ze rusten dan een tijdje uit. Terwijl ze opdrogen worden hun veren donzig.

Met jonge arenden in het nest moeten de ouders vaak op jacht. De jongen lijken onverzadigbaar en hun ouders vliegen steeds opnieuw uit op zoek naar voedsel.
Baby-arenden drinken geen melk zoals mensenbaby’s. In plaats daarvan krijgen ze kleine stukje vlees van hun ouders.

Vanaf het moment dat ze zijn uitgekomen duurt het 65 tot 75 dagen voordat steenarenden kunnen gaan vliegen. Tijdens deze periode maakt hun witte donsjasje plaats voor donkere veren, ze kunnen vliegen en zijn klaar om te gaan jagen.

Arenden komen best makkelijk aan hun voedsel. Ze kunnen zo goed jagen, dat ze dat meestal maar een paar uur per dag hoeven te doen. De rest van de dag zweven ze maar wat rond of halen voor hun plezier wat stunts uit. 
Vaak zijn de lichamen en jachtmethodes van arenden aangepast aan het soort prooi waarop ze jagen. De klauwen van veel arenden hebben precies de juiste afmeting en vorm om hun prooi te grijpen.

Als een arend zijn prooi heeft gevangen, vliegt hij er meestal mee in een boom, want daar is hij veiliger dan op de grond. Daarom vangen de meeste arenden een prooi dat kleiner en lichter is dan zij zelf, want daar vliegen ze gemakkelijker mee weg.

De meeste arenden jagen vanaf een hoog gelegen plek. Dat doen speciaal de zeearenden en arenden die in bossen leven. 
In plaats van rond te vliegen, zitten ze op een tak of een stronk te wachten tot er een prooidier voorbijkomt. Dan duiken ze er boven op. 
Arendenpaartjes delen hun voedsel vaak.

de arend word tussen 15 en 20 jaar.