nest degoe

huisvesting

voeding: Degoe's zijn zeer gevoelig voor vetten (leverproblemen) en suikers (suikerziekte). Als basisvoer kan speciaal degoevoer of een mix van cavia- en chinchallakorrels gegeven worden met een onmisbare pluk hooi. Versnaperingen zoals gedroogd brood, kattenbrokjes, wilgentwijgjes, soepstengels, ongebrande noten, crackers, dennenappels etc. moeten met mate worden gegeven. 

* info/voortplanting/huisvesting/voeding/leeftijd

 

Nederlandse naam; Degoe /Kop-romplengte; 12-19 cm./Staartlengte; 10-16 cm./Gewicht; 170-300 gram.

Gemiddelde leeftijd; 2-4 jaar (wild), 5-9 jaar (gevangenschap)/Levenswijze; groepsdier, dagactief.

Verspreiding; Zuid Amerika, westkust tot het Andesgebergte.

 

De degoe leeft oorspronkelijk in Chili en leeft daar in open, vaak rotsachtige gebieden tot een hoogte van ca 1500 m. Ze klauteren daar over stenen in struiken en bomen, echter meestal niet hoger dan 1 tot 1,5 m boven de grond. Waarschijnlijk worden degoe's in Chili ook gehouden als huisdier en zijn soms een plaag voor de landbouw. De natuurlijke vijanden van de degoe zijn roofvogels. De degoe komt uit de familie der schijnratten. Zij worden zo genoemd omdat zij uiterlijk enigszins op de ratachtigen lijken maar ze behoren tot de orde van de Cavia-achtigen. De degoe heeft oorspronkelijk een lichaamslengte van 25-31cm maar door inteelt is dit tegenwoordig 18-25 cm. Het dier heeft een plomp lichaam, het staat laag op de poten en heeft een middellange staart. Deze staart is dunbehaard en voorzien van een donker kwastje aan het einde. De pels is zacht en geel- tot roodbruin van kleur. Doordat de uiteinden van de haren van een zwarte punt zijn voorzien geeft dat een gemêleerd effect. De buik is aanmerkelijk lichter dan de rug. De oren zijn donker gekleurd en weinig behaard. De voeten zijn lichtgrijs tot wit en hebben vier tenen. Een vijfde teen is veel kleiner en heeft een nageltje in plaats van kootjes. Tegenwoordig ontstaan er steeds meer kleurvariëteiten. Er zijn al  blauwe, witte, gele, zwarte (donker agouti) en bonte varianten, al komen ze nog niet zoveel voor.
 Degoe's worden al zeer lange tijd in gevangenschap gehouden (dierentuinen en laboratoria) en zijn sinds 1985 in Nederland geïntroduceerd. 

 

Degoe's zijn het meest actief in de ochtend en de late middag. Zeker als ze met meerderen zijn zijn ze altijd druk in de weer. Ook met elkaar zijn ze vaak druk, soms ruzie-achting. Ze zijn nieuwsgierig en zeer sociaal. Als ze rennen dragen ze de staart boven de grond zodat deze niet afslijt. Van nature zijn degoe's brutaal en nieuwsgierig en kunnen ze met veel geblaas en gepiep een indringer of belager proberen af te bluffen. Aan de geluiden van de degoe is goed te horen dat hij verwant is aan de cavia. Degoe's kunnen tjilpen als een kanarie, zeker als ze goed aan de omgeving gewend zijn en zich thuisvoelen. Degoe's graven graag, klimmen in tralies en slepen met allerlei soorten kooimateriaal zoals strootjes, doosjes en papieren zakjes

 

Degoe's zijn uitgesproken groepsdieren. Ze leven in grote groepen in uitgebreide holenstelsels die ze zelf graven of van andere dieren overnemen. Soms bestaan de groepen wel uit tientallen of honderden dieren. Doordat de degoe zo'n koloniedier is kan hij niet alleen gehouden worden. Het dier zou verpieteren van eenzaamheid. Een vrouwtje en een gecastreerd mannetje is een zeer geschikte combinatie. Twee mannetjes, zeker van jongs af aan, gaat goed zolang ze niet in aanraking komen met een volwassen vrouwtje; ze kunnen vechten tot de dood er op volgt. Twee vrouwtjes is ook een zeer goede combinatie. 

Een gecastreerde degoe kan pas drie weken na de castratie bij een vrouwtje gezet worden omdat het sperma nog lang vruchtbaar is en zo ook de operatiewond goed heeft kunnen genezen. Een jong dier bij een volwassen dier geeft het minst problemen; zij accepteren elkaar vrijwel gemakkelijk.

Voor twee volwassen degoe's is het verstandig hen ieder in hun eigen kooi te laten en ze naast elkaar te zetten zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken. Zet na een aantal dagen, als de kooien dat toelaten, de ene kooi in de andere met de deurtjes open zodat ze elkaar altijd kunnen ontwijken. Sluit eventueel degene die gaat vechten "als straf" op in de kleinste kooi en probeer het de volgende dag weer totdat er niet meer gevochten wordt. Als de dieren eenmaal bij elkaar gezet worden is het verstandig dit aan het begin van de dag te doen zodat het rustig bekeken kan worden.

Zet nooit een vrouwtje bij twee mannetjes! Ook al zijn de mannetjes gecastreerd; ze zullen met elkaar op de vuist gaan tot de dood er op volgt. Zelfs nadat het vrouwtje verwijderd is zal de verstandhouding behoorlijk verstoord zijn waarbij het risico vrij groot is dat ze elkaar niet meer accepteren.

Gewenning kan een paar weken duren. Sommige stelletjes zullen niet van elkaars zijde wijken, bij andere stelletjes kan het altijd een beetje kibbelen blijven terwijl ze het volgende moment weer boven op elkaar liggen te slapen.

 

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden. Opvangcentra zitten al overvol en het valt niet mee om voor elk jong een nieuw baasje te vinden.

Rekening houdend met de aard van degoe's en de mogelijkheid mannelijke degoe's te castreren, kunnen de volgende combinaties gemaakt worden:

 

  • twee of meer vrouwtjes
  • twee of meer (gecastreerde) mannetjes
  • een gecastreerd mannetje en een vrouwtje
  • een gecastreerd mannetje en meerdere vrouwtjes
  • meerdere gecastreerde mannetjes en meerdere vrouwtjes

 

De geslachtsbepaling bij degoe's is geen gemakkelijke zaak. De afstand tussen anus en genitaliën is bij mannetjes groter dan bij vrouwtjes. Beide geslachten lijken een penis te hebben en de mannetjes hebben geen zichtbare balletjes. De mannetjes zijn met 3 maanden vruchtbaar, de vrouwtjes met 7 weken.De draagtijd is ongeveer 80-90 dagen en per worp worden er ongeveer 4-6 jongen geboren. De jongen zijn nestvlieders; ze komen kant en klaar ter wereld. Ze hebben al een vacht, de oren en de ogen zijn open en het jong kan vrijwel direct lopen. De zoogtijd bedraagt ongeveer 4-6 weken.Het vrouwtje is gelijk na de bevalling weer vruchtbaar. Mannelijke degoe's kunnen worden gecastreerd als zij volgroeid zijn.
 
Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip geraken. Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe

Degoe's zijn knaagdieren bij uitstek: ze knagen werkelijk alles kapot. Ze knagen niet om uit te breken; als een dun wandje hen scheidt van de vrijheid dan zullen ze de wand op alle plaatsen een beetje aanknagen in plaats van op één plaats een gat te knagen. Kooien met een plastic onderbak worden onherroepelijk kapot gevreten. Een degoekooi zal dus van harde materialen gemaakt moeten worden zoals bijvoorbeeld glas. Als er ergens hout gebruikt wordt dan moet dit worden afgezet met gaas of aluminium profielen. Een minimale maat voor twee degoe's bedraagt 1x 0,50 m en het liefst 1m omhoog. Het grondoppervlak kan met plankjes en verhogingen vergroot worden. Zorg dat de kooi goed af te sluiten is! In de kooi kunnen kastjes opgehangen worden waarin ze zich kunnen verstoppen; op de bodem kan bodembedekking gebruikt worden met af en toe een pluk hooi en takken. Verder staat er natuurlijk een stenen etensbakje en drinkbakje of hangt er in de kooi een flesje met vers drinkwater. Het hok moet elke week verschoond worden. Degoe's plassen vrij weinig maar poepen vrij veel.

Degoe's kunnen hun eten nogal eens verstoppen; belangrijk om dit regelmatig te controleren vanwege de hygiëne.

 

Voor een goede vachtverzorging is een dagelijks zandbad onmisbaar. Het bad kan een grote knaagbestendige kom zijn met redelijk hoge randen, of een gesloten kastje met een ronde opening. Het zand is speciaal verkrijgbaar zogenaamd badzand; dit is een uit Amerika afkomstige, zeer fijn gemalen klei. Het beste kan het zandbad op een vast moment in de kooi geplaatst worden, bijvoorbeeld voor het voederen. Na het bad wordt het weggehaald en het zand gezeefd om vuil te verwijderen. Regelmatig moet het zandbad ververst worden, dit om infecties door schimmels en bacteriën te vermijden.
Degoe's zijn zeer gevoelig voor vetten (leverproblemen) en suikers (suikerziekte). Als basisvoer kan speciaal degoevoer of een mix van cavia- en chinchallakorrels gegeven worden met een onmisbare pluk hooi. Versnaperingen zoals gedroogd brood, kattenbrokjes, wilgentwijgjes, soepstengels, ongebrande noten, crackers, dennenappels etc. moeten met mate worden gegeven. Gebruik een stenen etensbakje in verband met het knagen. Zelfs een plastic drinkflesje knagen ze kapot; gebruik liever een stenen bakje op een vaste stevige plek in de kooi.
Was de handen goed na ieder contact met de degoe of zijn omgeving.
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb