*info algemeen/voeding/huisvesting/voortplanting
De ondergrondse woelmuis behoort tot de Woelmuisachtigen en meer specifiek tot het geslacht Microtus die veelal kleine woelmuizen bevat. Woelmuisachtigen kenmerken zich door een gedrongen, ietwat lompe bouw en een stompe kop met kleine ogen en oren. De staat is korter dan het lichaam (tot maximaal 80 % van de kop-romplengte). Verder staan woelmuizen bekend om hun uitzonderlijke voortplantingsvermogen wat soms tot ware plagen kan leiden.
De ondergrondse woelmuis wordt ook wel wortelmuis genoemd. Dit is omdat ze vooral aan wortels van planten knagen. Hij is de kleinste Europese woelmuissoort en komt vrij algemeen voor, hoewel in Nederland de meest zeldzaamste onder de woelmuizen.
e ondergrondse woelmuis heeft een zeer dichte en zachte vacht. De bovenzijde is donkerbruin tot grijs en de onderzijde is zilver- tot blauwgrijs. De staart is kort en tweekleurig. Zijn snuit is stomp met een roze neusspiegel en lange lichtgekleurde snorharen. De ogen zijn donker en zeer klein en de oren zitten vrijwel geheel in de vacht verborgen; het dier leeft grotendeels ondergronds. Aan de achterpoten heeft hij vijf tenen en aan de voorpoten vier, alle met scherpe nagels. Jonge dieren zijn donkerder gekleurd dan volwassen dieren.
lengte kop-romp: 75-110 mm
lengte staart: 23-39 mm
gewicht: 11-24 g
De ondergrondse woelmuis is per etmaal, dus zowel overdag als ’s nachts om de 3 á4 uur actief met langere activiteitsperioden ’s nachts. Vlak voor zonsondergang, rond middernacht, vlak na zonsopgang en midden op de dag heeft hij activiteitspieken. In gebieden waar andere woelmuizen voorkomen, mijdt de ondergrondse woelmuis deze en stemt zijn activiteitsperioden daarop af.
De ondergrondse woelmuis leeft voornamelijk ondergronds en kan dan ook goed graven. Springen en klimmen doet hij weinig. Ook kan hij zwemmen, wat hij af en toe doet. De ondergrondse woelmuis eet vrijwel uitsluitend plantaardig voedsel zoals kruidachtige planten en vooral de delen onder de grond daarvan, grassen, maar ook cultuurgewassen zoals granen, bieten, wortels, bloembollen en knollen. Ook eet hij mossen, noten en vult zijn dieet soms aan met insecten en wormen.
De ondergrondse woelmuis kan zich, mits gunstige omstandigheden, vrijwel het hele jaar voortplanten. Na een draagtijd van 24-27 dagen, worden gemiddeld 3 (1-5) jongen geboren. De jongen zijn na twee tot drie weken al volgroeid en geslachtsrijp. Een vrouwtje krijgt gemiddeld 5 (soms wel 10) nesten per jaar. De ondergrondse woelmuis kan maximaal 15 maanden worden, maar meestal leeft hij korter dan een half jaar. In gevangenschap kan hij 3 jaar oud worden.
Draagtijd: 17-25 dagen
Aantal jongen: 3-17 jongen. gemiddeld 3-7
Ogen open: 10-14 dagen
Zoogtijd: 2-3 weken
Levensverwachting: ? jaar
Geef ze een dikke laag bodembedekking en voldoende hooi zodat ze kunnen graven en nestelen. Niveaus zijn te maken met (bak)stenen en houtstronken, wortelhout. Takken worden niet gebruikt om te klauteren wel om te knagen. Klimmen en springen totaal niet dus deksel is niet verplicht. Houdt de temperatuur tussen de 10-22 graden.
Na een draagtijd van 17-25 dagen worden er 3-7, soms zelfs tot 17 naakte jongen geboren. Na 10-14 dagen openen ze de ogen en na 3 weken zogen zijn ze zelfstandig maar blijven meestal bij de groep. Het schijnt dat de vrouwtjes al geslachtsrijp zijn op een leeftijd van 25-30 dagen en de mannetjes pas op een leeftijd van 45 dagen. Hoewel deze muis in de landen van herkomst als plaag gezien worden door hun aantal, fokt hij erg moeilijk in gevangenschap. Het is nog niet echt bekend waardoor dit komt.
soorten:
- Mongoolse bergwoelmuis
- bergwoelmuis
- woelrat
- West-Europese woelrat
- bergwoelrat
- sneeuwmuis
- Groenlandse halsbandlemming
- gekraagde lemming
- halsbandlemming
- bergmuis
- zuidelijke aardlemming
- blinde woelmuis
- zwartbuikwoelmuis
- steppelemming
- steppewoelmuis
- amoerlemming
- berglemming
- Siberische lemming
- bruine lemming
- aardmuis
- veldmuis
- cabrerawoelmuis
- strandwoelmuis
- Californische woelmuis
- geelneuswoelmuis
- Provençaalse woelmuis
- evorskwoelmuis
- feltens woelmuis
- Pyrenese woelmuis
- Mediterrane woelmuis
- oostelijke veldmuis
- langstaartwoelmuis
- Baskische woelmuis
- Mexicaanse woelmuis
- alaskawoelmuis
- muiskwoelmuis
- fatio's woelmuis
- prairiewoelmuis
- Noordse woelmuis
- oregonwoelmuis
- graslandwoelmuis
- dennenwoelmuis
- richardsonwoelmuis
- savi's woelmuis
- ondergrondse woelmuis
- tatrawoelmuis
- thomas' woelmuis
- townsendwoelmuis
- geelwangwoelmuis
- noordelijke rosse woelmuis
- rosse woelmuis
- rosgrijze woelmuis
- kleine rosse woelmuis
- boslemming
- muskusrat