Een fret is een speels diertje met een zachte dikke vacht en het formaat van een uitgerekte cavia.

Meestal wit met rode oogjes, soms bruin met donkere oogjes.

Dat is snel duidelijk, maar wat voor soort dier is het nu?

Waarvan is de ‘familie’ en waar komt het vandaan

Voor de antwoorden hierop is meer informatie nodig.

Fretjes houden van gezelligheid.

Net als heel jonge bunzingpups zijn het contactdieren.

Ze vinden het fijn om aangeraakt te worden en tegen elkaar aan te liggen.

Bij bunzingen verandert dit en worden de volwassen dieren solitair, dit is alleen levend.

Fretten daarentegen behouden hun hele leven lang dit ‘pup’gedrag.

Het is dus voor de fretten veel gezelliger om minstens met zijn tweetjes te zijn.

Echte knuffeldieren.

Tip: Fretten hebben gezelschap nodig. U of een soortgenoot.

 Omdat fretten lekker speels en daarbij redelijk intelligent zijn kunnen het heel goede kameraadjes voor kinderen zijn.

Ze luisteren goed naar hun naam en vinden knuffelen heerlijk.

Hun komieke gedrag en wollige uiterlijk maakt ze aantrekkelijk voor kinderen.

Een goed opgevoede fret is ook volledig betrouwbaar.

Een fret kan overal mee naartoe worden genomen.

Je kunt hem zô in je jaszak stoppen.

Voor de veiligheid van de fret is het overigens wel nodig om hem aan een lijntje te houden.

Omdat ze lang leven is het kinderleed bij overlijden minimaal.

Voor kinderen die, nog, niet weten dat ze dieren met respect moeten behandelen zijn fretten, net als elk ander dier, niet geschikt.

 Een fret is een huisdier

Dit betekent dat de fret een van nature tam dier is dat niet in het wild voortkomt. De fret is duizenden jaren geleden gedomesticeerd (= tam gemaakt) om te gebruiken voor de jacht op muizen, ratten en konijnen. Tegenwoordig wordt de fret steeds vaker gehouden als huisdier. Een fret kan heel goed als huisdier gehouden worden, als je tenminste weet wat voor soort dier je in huis houdt. 

Een fret komt niet in het wild voor. De wilde broer van de fret is de bunzing. De bunzing komt nog wel in het wild voor, ook in Nederland. Een ontsnapte of vrijgelaten fret zal het in het wild niet overleven. Laat een fret dus nooit 'vrij'! Omdat de fret een huisdier is, weet hij niet hoe hij voedsel moet vinden en kent ook de gevaren niet, zoals andere roofdieren en het verkeer. 

Een fret is een roofdier

Een fret is een roofdier. Zijn natuurlijke dieet bestaat uit muizen, ratten, konijnen, kikkers etc. Ook in huis is en blijft de fret een roofdier. Dat betekent dat hij andere knaagdieren en konijnen zal proberen te doden, maar ook de kat en hond achterna kan jagen. Maar dat niet alleen, ook in weglopende en bewegende voeten zal een fret soms instinctief willen happen. Dit kun je niet afleren.

Een fret heeft vlees nodig . Het beste is om een fret prooidieren (muizen, ratten, kuikens etc.) te voeren, maar je kan de fret ook voeren met een hele goede kwaliteit brokvoer of rauw vlees. Als je dit eng vindt of er niet van houdt, dan kun je beter een knaagdier of konijn houden. Die hebben juist geen vlees nodig.   

Een fret kan bijten

Fretten kunnen flink bijten. Zeker in de puberteit, maar ook fretten die niet opgevoed zijn of stress hebben, zullen niet aarzelen te bijten. Een fret houden, betekent dus ook dat je je fret zult moeten opvoeden. 

Als je een fret niet (goed) opvoed, zal hij meestal blijven bijten. Het is niet moeilijk om een fret goed op te voeden, maar je moet natuurlijk wel weten wat je moet doen en waar het bijtgedrag vandaan komt. Zeker als beginner is het belangrijk om te beginnen met een fret van betrouwbare afkomst (bijvoorbeeld een goede opvang). Zo is de kans een stuk kleiner dat de fret thuis bijt en je krijgt meteen goede tips mee. 

wat zijn de gevolgen van dit maag-darmkanaal voor de voeding?

Door het korte maag-darmkanaal en de snelle passagetijd is de opname van voedingsstoffen véél minder efficiënt dan bij andere carnivoren zoals de hond en de kat. Hierdoor hebben ze behoefte aan een kwalitatief beter voedsel met een hoog eiwit- en vetgehalte van dierlijke oorsprong en een zo laag mogelijk koolhydraat- en vezelgehalte.

Plantaardige eiwitten (in granen of soya) zijn weliswaar een stuk goedkoper, maar worden slecht verteerd door de fret. De aanwezigheid van veel plantaardige eiwitten kan leiden tot de vorming van blaasgruis, een slechte huid en vacht en een slechte groei van pups. Op latere leeftijd kan het leiden tot chronische maag-darmklachten. Aan de aanwezigheid van een kleine hoeveelheid plantaardige eiwitten in brokvoeding valt niet te ontkomen, die zijn nodig om het voer als brokjes te kunnen produceren. De fret heeft slechts behoefte aan heel weinig en goed verteerbare koolhydraten. In voeding gebaseerd op plantaardige eiwitten zitten veel meer koolhydraten dan in voeding op basis van vleeseiwitten. Een overmaat aan koolhydraten stimuleert de alvleesklier tot een hogere productie van insuline. Deze verhoogde productie kan bij een jarenlange overstimulatie leiden tot de vorming van insulinomen op latere leeftijd.

Fruit en groenten worden niet verteerd. De aanwezigheid zal de voedingswaarde van het voedsel verlagen. Grote ingeslikte stukken kunnen obstipatie (verstopping) veroorzaken. Fretten hebben echter (helaas) wel een smaakvoorkeur voor suikers, groenten en fruit.

Een simpele test om de kwaliteit van voeding te beoordelen is de hoeveelheid ontlasting die wordt geproduceerd op een bepaalde voeding. Hoe meer ontlasting → hoe slechter het voedsel wordt opgenomen → hoe slechter de kwaliteit van dat voer.

 

Brokvoeding:

  • Hondenvoer: Op hondenvoer kunnen fretten niet leven vanwege het veel te hoge gehalte aan plantaardige eiwitten en vezels.
  • Kattenvoer: Katten hebben een heel ander maag-darmkanaal en dus ook heel andere behoeftes dan de fret. Katten kunnen leven op een veel lagere kwaliteit van de voeding. De meeste kattenvoeders, zeker de goedkopere soorten, zijn dan ook volstrekt onvoldoende voor de fret.
    Alleen kittenvoer van een zeer hoge kwaliteit voldoet aan de eisen voor fretten. Gewoon kattenvoer uit de supermarkt zal op de lange termijn schadelijk zijn voor de gezondheid van de fret. 
  • Frettenvoer: In de afgelopen jaren zijn er meerdere frettenvoeders op de markt gekomen, omdat de fret in populariteit enorm is gestegen en de fabrikanten hierop inspelen. Helaas zijn lang niet alle nieuwe frettenvoeders van voldoende kwaliteit. Voor een eigenaar is het heel moeilijk om een goede beoordeling te maken betreffende de kwaliteit van het gebruikte voer. Als er maar een mooi fretje op de verpakking staat dan lijkt de voeding al heel wat. Ook voor deskundigen is dit soms lastig, omdat de voederfabrikanten het exacte recept niet altijd prijs geven. Daarnaast geven de op de verpakking vermelde voedingsstoffen niet de kwaliteit of verteerbaarheid van de eiwitten aan.

 

 

Prooidieren

Brokjes van de aanbevolen merken bevatten toch nog een bepaalde hoeveelheid plantaardig materiaal. Daarom voeren veel frettenliefhebbers tegenwoordig hun fretten gedeeltelijk of volledig met prooidieren, zoals muizen, andere kleine knaagdieren en gevogelte. Muizen zijn een volledige voeding waaraan niets toegevoegd hoeft te worden. Het eten van gemiddeld twee muizen per dag is per fret meestal voldoende. Voeding met prooidieren geeft fretten ook een bezigheid die goed is voor hun psychische ontwikkeling en houdt het dier bezig. Diverse zintuigen worden hier op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Prooidieren zijn via dierenwinkels (voer voor reptielen) en via internet te verkrijgen. 

Jonge dieren zijn het makkelijkste aan prooidier voeding te wennen, maar zelfs oudere fretten blijken soms nog over te stappen.

 


Een fret kan stinken

Fretten kunnen enorm stinken, daar zal ik eerlijk over zijn. Maar er is ook goed nieuws: het zijn vooral de ongecastreerde fretten die behoorlijk sterk ruiken. Als je een fret laat castreren (bij de vrouwtjes moet dit overigens, omdat ze anders kunnen overlijden!), dan neemt de geur met zeker 80% af. 

Een gecastreerde fret heeft nog wel een typische lijflucht, daar kun je niet omheen. Maar als je het verblijf van de fret goed schoonhoudt, dan valt dat reuze mee. Een fret wassen heeft geen zin, want dan zal hij juist meer huidvet aanmaken en dus sterker ruiken. 

Voortplanting van de fret

vrouwtjes:

Loopsheid
Vrouwtjes worden voor de eerste keer loops in de eerste lente na hun geboorte. Dat is gemiddeld op 4 tot 10 maanden leeftijd. De natuurlijke paartijd is van maart tot september, maar sommige vrouwtjes worden eerder loops. Waarschijnlijk heeft de hoeveelheid licht ermee te maken, bij een toename treedt de loopsheid eerder op.

Bij een loops vrouwtje zwelt de geslachtsopening op. Na een dekking treedt een eisprong op en stopt de loopsheid. Als het vrouwtje niet gedekt wordt, blijft zij gedurende de hele paartijd loops (dus tot de herfst). Als een fretje niet gedekt wordt, veroorzaken de hoge vrouwelijke hormoonspiegels een verminderde functie van het beenmerg (beenmergdepressie). Vrouwtjes kunnen daar erg ziek van worden, en als je er niet tijdig bij bent kunnen ze er aan overlijden. Als je dus niet met een vrouwtje wil fokken, moet ze op tijd gesteriliseerd worden.

Dracht
Mocht het vrouwtje drachtig zijn, zal de zwelling van de geslachtsopening afnemen. De draagtijd van een fret is 42 dagen. De bevalling kan enkele uren duren. De meeste fretten hebben geen problemen met de bevalling. Het gemiddelde aantal jongen is 7, maar dit kan erg variëren (van 2 tot 10). Vanaf een week of  4 zullen de jongen zelfstandig proberen te eten. Op een leeftijd van 8 weken kunnen de jonge fretjes naar hun nieuwe baasjes.

Mannetjes

Mannetjes worden geslachtsrijp als ze 4-9 maanden oud zijn. Van december tot juli zijn ze sexueel actief. Als je niet met een fret wilt fokken, kun je hem het beste laten castreren. Dit vermindert de penetrante, karakteristieke geur van een mannetje.

Een mannetje die met meerdere fretten gehouden wordt moet echt gecastreerd worden, anders is hij niet te handhaven. Hij wordt dan heel erg dominant. Castratie kan het beste gebeuren op 6-8 maanden leeftijd.

 de fret wordt 5 a' 6 jaar oud