de Orange krokodilsalamander
1. huisvesting,onderhoud,veerzorging,koppelen,dekking
Voor de ruwe krokodilsalamander is een vivarium van 90 x 30 x 40 cm (l x b x h) groot genoeg voor 6 exemplaren. Het vivarium moet tegen vocht kunnen, en niet aan rotting onderhevig zijn.
Het substraat (de bodembedekking) op het landgedeelte moet vocht vasthoudend zijn en afgedekt met mos. Het substraat in het watergedeelte moet bestaan uit een laag aquariumgrind.
Voor de ruwe krokodilsalamander moet het vivarium ingericht worden met schuilplaatsen van kurkschors en eventueel ook planten op het landgedeelte. Verder moet er een watergedeelte zijn van 8 cm diep, met daarin eikenbladvaren (Ceratopteris thalictroides). De salamander legt hier de eieren op.
De temperatuur in het vivarium voor de ruwe krokodilsalamander moet overdag tussen 24 en 27°C zijn en s avonds 15°C. Er moet 14 uur per dag belicht worden. De vochtgraad moet 85% zijn, dit kan behaald worden door te sproeien.
In de koelere winterperiode houden ruwe krokodilsalamanders een winterslaap. De ruwe krokodilsalamander moet 8 tot 12 dagen bij een temperatuur van 15 tot 17°C overdag en 13 tot 15°C s nachts gehouden worden. In deze periode moet 10 uur per dag belicht worden.
Vitaminen
Een vitamine A tekort zorgt voor oog- en huidproblemen. Deze problemen kunnen opgelost worden door vitamine A toe te voegen aan het voedsel. Een tekort aan vitamine B geeft problemen met de huid en de spijsvertering. Vitamine D3 is nodig voor de calcium opname. Vitamine D3 wordt met behulp van ultraviolet licht (zonlicht) in de huid gemaakt. Ultraviolet licht kan niet door glas heen. Aan dieren in een glazen vivarium dient vitamine D3 of ultraviolet licht gegeven te worden. Vitamine E is bevorderend voor de vruchtbaarheid en zit veel in vruchten of kiemen. Vitamine H is nodig voor de stofwisseling, een tekort kan een schilferachtige huid, spierverzwakking en vertraagde groei tot gevolg hebben.
Mineralen
De ruwe krokodilsalamander heeft een inwendig skelet, voor de opbouw hiervan is calcium (kalk) en fosfor nodig. Het voedsel moet 1,5 keer zoveel calcium dan fosfor bevatten. Een kalkgebrek, in het voedsel, kan rachitis veroorzaken. Dit heeft tot gevolg dat het dier sponsachtige, misvormde en zwakke botten heeft of dat de eieren slecht zijn of een slechte uitkomst van de eieren (mismaakte of dode jongen) optreedt.
Naast calcium en fosfor zijn ook natrium, kalium en magnesium in redelijke mate nodig. Jodium, koper, mangaan, zink, selenium en ijzer zijn in minder mate nodig, maar het geheel ontbreken van deze mineralen kan ernstige gevolgen hebben.