* info/uiterlijk/voortplanting/voedsel/leeftijd

 

De uit de kluiten gewassen bruine beer kan een lengte van 2 m en een schofthoogte van ongeveer 1 m bereiken.

De korte, stompe staart is geheel in de dichte, langharige vacht verborgen.

De kleur van de vacht varieert van vaal lichtbruin tot donker zwartbruin.

Alleen jonge dieren hebben dikwijls een witte of geelachtige kraag rond hun hals.

De ronde, dichtbehaarde oren zijn kenmerkend voor beren.

Vroeger was de bruine beer in Europa wijdverbreid, maar tegenwoordig komen deze indrukwekkende dieren vrijwel alleen nog voor in Noord- en Oost-Europa.

 

 Hoewel af en toe enkele uit Slovenië afkomstige exemplaren worden waargenomen in de Karawanken en de Karnische Alpen in het zuiden van Oostenrijk.

Hier leven tegenwoordig zelfs weer enkele berinnen met jongen. 
Beren kunnen alleen overleven in uitgestrekte, ongerepte bosgebieden.

 

Bruine beren leven van nature solitair maar als er voldoende voedsel is, dulden ze ook soortgenoten op hun territorium.

Ze zijn meestal zeer schuw en gaan mensen uit de weg.

In de buurt van menselijke bewoning beperken ze hun activiteiten meestal geheel tot de nachten.

‘s Winters trekt de bruine beer zich terug in een met mos en gras bekleed leger op een goed beschermde plek of in een zelfgegraven hol.

Hier blijft hij vaak wekenlang liggen, waarbij hij teert op de vetreserves die hij in de herfst heeft opgebouwd.

In tegenstelling tot dieren die een echte winterslaap houden, zakt zijn lichaamstemperatuur tijdens deze winterrust niet onder het niveau dat gebruikelijk is bij een normale, diepe slaap.

Dit betekent dat de beer zo nodig op elk moment in staat is om weer actief te worden.

 

De bruine beer is een uitgesproken alleseter, die zich niet alleen tegoed doet aan bessen, vruchten, wortels en planten, maar ook aan mieren, insectenlarven, vissen, vogels, eieren, aas en kleine zoogdieren als konijnen - en soms ook aan schapen en geiten.

 

De paartijd van de bruine beer loopt van april tot juni.

Midden in de winter brengt het wijfje in haar winterleger 2 of 3 blinde jongen ter wereld, die nauwelijks groter zijn dan een rat.

Na 3 weken openen ze hun ogen en na ongeveer 3 maanden verlaten ze voor het eerst het winterleger.

Berinnen zijn bijzonder zorgzame moeders, die hun jongen fel verdedigen tegen ieder gevaar.

De jongen worden een half jaar gezoogd en blijven ongeveer 2 jaar bij hun moeder.

Berinnen krijgen meestal om het jaar jongen.

leeftijd 25 jaar in her wild.

Maak jouw eigen website met JouwWeb