info muskusrat/voedsel/uiterlijk/voortplanting/leeftijd

 

De vacht van de muskusrat heeft een dikke vacht die een donker- tot kastanjebruine bovenzijde en een lichter bruingrijze of grijs tot vaalwitte onderzijde heeft. Sommige dieren zijn roodbruin en ook bijna zwarte dieren komen voor. De kop van de muskusrat is stomp en gaat ongemerkt over in het lichaam dat kort en gedrongen is. De staart is zijdelings afgeplat, bijna zo lang als het lichaam, vrijwel onbehaard en zwart van kleur. De poten zijn kort, al zijn de achterpoten wel bijna driemaal zo groot als de voorpoten. De oren zijn nauwelijks zichtbaar, de ogen staan aan weerzijden van de kop en zijn donker. De snuit is lichter van kleur en heeft een donkere neusspiegel met lange lichtgekleurde snorharen.

 

Afmetingen
lengte kop-romp: 250-350 mm
lengte staart: 190-270 mm
gewicht: 600-1800 g

De muskusrat is meestal zwijgzaam, maar kan korte fluitende tonen maken. Jongen maken piepende geluiden. Tijdens de paring maken muskusratten kwakende tonen en bij agressieve ontmoetingen produceren ze met de snijtanden ratelende geluiden.

De muskusrat is erg schuw en is meestal alleen in de nacht en schemering actief. Hij leeft solitair. Hij houdt geen winterslaap, maar blijft de hele winter actief. De muskusrat is een zeer goede zwemmer en duiker, waarbij hij de staart gebruikt voor de voortstuwing. Onder water kan hij zo lange afstanden afleggen.

Tweemaal per jaar, in het voor- en najaar, gaat de muskusrat op zwerftocht. In het voorjaar gaan de mannetjes (de rammen) en de vrouwtjes (de moertjes) op zoek naar elkaar ten behoeve van de voortplanting. In het najaar worden de jonge dieren weggestuurd door de ouderdieren en gaan ze op zoek naar een eigen territorium. Verder trekken de muskusratten in het najaar instinctief van ondiepe poldersloten naar diepere sloten. Dit doen ze om te voorkomen dat ze bij een strenge winter door het ijs worden ingesloten. Ook groeit er in diepere sloten vaker riet. Tijdens de winter eten muskusratten graag rietwortels. Tijdens de trek legt de muskusrat, vooral de mannetjes, flinke afstanden af. Soms wel een paar kilometer per dag.

De muskusrat is vooral een planteneter met een voorkeur voor waterplanten. Zo eet hij (schijn)grassen, zeggen, riet, lisdodde, bies en vlotgras. Hij eet hiervan vooral de onderste delen van de stengels en wortelstokken. Ook eet hij landbouwgewassen en incidenteel zoetwatermollusken, kreeften en vis.

De voortplantingsperiode van de muskusrat loopt van maart tot september, maar soms tref je in zachte winters ook jongen of zogende vrouwtjes aan. Na een draagtijd van 4-5 weken worden er 3-8 (14) jongen geboren. Als ze drie weken oud zijn, gaan ze met de moeder mee op de rug het water in. De jongen zijn na ongeveer 30 dagen zelfstandig, maar ze blijven nog maanden in het territorium van hun moeder. Rond de vijfde maand zijn ze geslachtsrijp. Per jaar kan het vrouwtje 3 tot 4 keer een nest te werpen.

Een muskusrat wordt ongeveer 3 jaar oud. Veel jongen (tussen de tachtig en negentig procent) redden echter de eerste winter niet. In gevangenschap kunnen muskusratten tien jaar oud worden.

 

meer info:  http://www.zoogdiervereniging.nl/muskusrat-ondatra-zibethicus