*info/uiterlijk/voeding/voortplanting/leeftijd

 

De franjestaart (Myotis nattereri) is middelgrote vleermuis met een gewicht van 5-12 gram, relatief brede vleugels en een spanwijdte van 23-28 cm. Net als alle Myotis-soorten heeft de franjestaart een duidelijk kleurverschil tussen buik- en rugvacht. De buikvacht is helder wit tot grijswit en de donkerdere rugvacht is grijsbruin. De franjestaart is te herkennen aan de vrij lange, licht doorschijnende oren die aan het uiteinde een beetje omhoog buigen (schoenlepelvorm). De tragus is lang en spits en reikt tot de helft van het oor. Een belangrijk determinatiekenmerk is het S-vormig spoorbeen. De franjestaart dankt zijn naam aan de twee rijen borstelharen op de onderrand van de vlieghuid van de staart.

Op het menu van de franjestaart staan spinnen, maar ook kleine insecten als kevers, vliegen en motten. Deze plukt hij tijdens het vliegen van bomen en struiken, of rechtstreeks uit de lucht. De franjestaart gebruikt zijn staart om voedsel naar zijn mond te leiden.

De vrouwtjes zijn reeds in hun eerste levensjaar geslachtsrijp. De paringen gebeuren vanaf oktober-november, waarna de dieren in winterslaap gaan. De kraamkolonies worden in april-mei bezet. Ze omvatten 20 tot 80 (soms tot 200) vrouwtjes en soms enkele mannetjes en verhuizen zeer frequent. Midden juni-begin juli wordt er maximum 1 jong geboren. De hoogste leeftijd die bij franjestaarten werd vastgesteld, bedraagt 16 jaar.

meer info op : https://waarnemingen.be/soort/info/393

Maak jouw eigen website met JouwWeb