info/gedrag/voedsel/voortplanting

 

Binnen zijn leefgebied maakt de hermelijn gebruik van een veelheid aan schuilplaatsen zoals deze zich in gevarieerde landschappen aandienen: houtstapels,wortelgestellen, ratten- en konijnenholen, dichte begroeiingen, steenhopen, ... ’s Winters worden ook schuren en andere rustige gebouwen opgezocht.

 

Hermelijnen zijn solitaire dieren met een duidelijk territoriaal gedrag, klassiek gebaseerd op intraseksuele uitsluiting en interseksuele overlap. De oppervlakte van het leefgebied van mannetjes kan sterk variëren van nauwelijks een paar tot ca. 100 ha, maar bedraagt gemiddeld ongeveer 20 ha.Territoria van vrouwtjes zijn kleiner en overlappen met dat van een mannetje. De grenzen worden, zowel bij de mannetjes als de vrouwtjes, intensief gemarkeerd met zowel uitwerpselen als anaal secreet. Meegaand met de variatie in oppervlakte van de individuele leefgebieden, varieert de dichtheid van 3-4 tot (uitzonderlijk) 10-15 dieren/100 ha.

Meer dan de andere marterachtigen zijn hermelijnen ook dagactief - al zal de witte wintervacht in een sneeuwloos landschap het waarnemen overdag ongetwijfeld bevorderen en daardoor een wat subjectieve beoordeling kunnen opleveren.

Hermelijnen hebben 1 worp per jaar, die doorgaans in april-mei ter wereld komt. Het aantal jongen kan oplopen tot 13, maar ligt meestal tussen 4 en 8. De paartijd valt eveneens grosso modo in het voorjaar, waarbij zelfs ook de jonge (recent geboren) vrouwtjes doorgaans reeds in het nest worden bevrucht. De bevruchte eicellen gaan evenwel, na enkele ontwikkelingsdelingen waarbij zogenaamde ‘blastocysten’ ontstaan, gedurende de daaropvolgende maanden in kiemrust, wat resulteert in een verlengde draagtijd. Pas na afloop van deze periode gaan de blastocysten zich innestelen in de baarmoederwand en zal de embryonale ontwikkeling starten. De eigenlijke draagtijd duurt ca. 10 weken.

Hermelijnen kunnen tot 10 jaar oud worden, maar de werkelijke leeftijdsverwachting is vermoedelijk een heel stuk lager, veroorzaakt door o.a. de verkeerssterfte.

de hermelijn is zowel overdag als 's nachts actief. Het is een fanatieke jager. Tussendoor houdt het diertje pauzes om te rusten. De hermelijn is een carnivoor, die voornamelijk op kleine zoogdieren jaagt. Woelmuizen, ratten en konijnen vormen het hoofdvoedsel maar er worden ook vogels en vogeleieren gegeten. Mannetjes doden grotere prooidieren dan vrouwtjes. De prooidieren kunnen groter dan de hermelijn zelf zijn en worden met een beet in de nek gedood. Soms springt de hermelijn achter zijn prooi aan het water in. Soms bewaart de hemelijn zijn voedsel, bijvoorbeeld een dode muis of vogeltje onder een graspol, achter boomschors of in een holte, om het later weer op te halen.

De hermelijn eet ongeveer 25% van zijn eigen lichaamsgewicht per dag.
 
In Nieuw-Zeeland is de hermelijn geïntroduceerd, met als doel bestrijding van konijnen. De hermelijn dood echter vooral inheemse grondbroedende vogels, en wordt intussen gezien als invasieve exoot en flink bestreden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb