leefgebied,uiterlijk,voedsel,gedrag,voortplanting
De Maraboe komt voor in Afrika op droge open savannes, graslanden, moerassen, rivieroevers, oevers van meren en droogvallende visrijke waterpoelen, voornamelijk in dat deel van Afrika wat in het noorden begrensd wordt door de Sahara woestijn en in het zuiden door Zuid-Afrika. Ze foerageren ook vaak in de buurt van vissersdorpen.
De maraboe is een grote, vreemd uitziende waadvogel. Hij heeft lange, grijze poten en kan ongeveer 1,50 m hoog worden. Hij heeft een vrijwel kale kop met een hangende roodachtige krop, een grote gelige snavel, zwarte vleugels en staart en een wit lijf. De krop wordt gebruikt in paringsrituelen. Ze kunnen een spanwijdte van maximaal 3,70 meter krijgen. Maar gemiddeld bedraagt de spanwijdte 3,00 m. Ze wegen ongeveer 3 kg. De vrouwtjes zijn iets kleiner dan de mannetjes.
In tegenstelling tot andere ooievaars vliegen maraboes ze met een ingetrokken nek.
maraboes eten allerlei soorten dieren,dood of levend.
Maraboes zijn aaseters en lijken qua gedrag op gieren. Hun snavel is sterk genoeg om van karkassen te kunnen eten. Hiervoor komt de kale kop en nek goed van pas. Zouden er veren op zitten dan zouden deze vies worden. Maraboes eten allerlei soorten dieren, dood of levend. Zo eten ze bijvoorbeeld vissen, sprinkhanen en kikkers, maar ook krokodilleneieren, flamingo’s, pelikanenkuikens en muizen.
Buiten het broedseizoen blijven maraboes vaak in groepen bij elkaar. Ze zoeken dan samen voedsel en 's avonds verzamelen ze zich voor de nacht in groepen van meer dan 1000 vogels. Ook blijven ze vaak in de buurt van groepen grote zoogdieren. Deze zoogdieren zorgen ervoor dat insecten opgejaagd worden, die dan een makkelijke prooi vormen voor de maraboes.
Maraboes zijn grotendeels aaseters en worden vaak in gezelschap van gieren aangetroffen. Zij verkeren meestal in gezelschap van een paar soortgenoten, maar komen soms ook in grote groepen bijeen. Ze broeden in kolonies en bouwen hun omvangrijke nesten in grote bomen, vaak dicht bij de mensen in de dorpen.
Maraboes zijn partnertrouw en zijn met vier jaar geslachtsrijp. Zoals de meeste ooievaars, houden maraboes van gezelschap en broeden ze in kolonies van 20-60 tot meer dan 1000 paren. Ze broeden vaak samen met andere soorten. In het droogteseizoen, wanneer ze makkelijker aan voedsel kunnen komen omdat waterpoelen opdrogen, bouwen ze een nest van takken in een boom, op rotsen of op gebouwen in steden en dorpen. De nesten bevinden zich 10-30 meter boven de grond. Ze leggen twee of drie eieren. De broedperiode bedraagt 30 dagen.
In het wild kunnen deze vogels ongeveer 25 jaar worden. In gevangenschap kunnen ze meer dan 40 jaar oud worden.