info orinocodolfijn/voedsel/voortplanting/uiterlijk

 

Voedsel vissen en kreeftachtigen

Lengte 2 - 2,5 m, bij geboorte 75 - 80 cm

Gewicht  85 - 160 kg, bij geboorte 7 kg

De orinocodolfijn is een typische rivierdolfijn. Van de echte rivierdolfijnen is dit de grootste. Hij leeft in het stroomgebied van de Orinoco en de Amazone. Het is echter een andere soort dan de amazonedolfijn (Sotalia fluviatilis) die ondanks zijn leefgebied tot de zeedolfijnen behoort.

Orinocodolfijnen zijn bij de geboorte donker grijs. Als ze ouder worden verkleurt hun huid naar grijswit of roze. Op de lange smalle snuit groeien borstelige snorharen, die waarschijnlijk dienst doen bij het opsporen van prooi in het troebele water. De kop is hoog en rond, de flippers zijn breed en de rugvin is niet veel meer dan een lage richel. De ogen van de orinocodolfijn zijn klein: hij maakt vooral gebruik van echolocatie. Daarbij speelt de zogenaamde ‘meloen’, die zich in het voorhoofd bevindt, een belangrijke rol. De vorm van de meloen en daarmee het voorhoofd kan ook veranderen. De nek is flexibel.

De Orinocodolfijn brengt altijd één jong ter wereld met een lengte van 80 cm, dat lange tijd wordt beschermd. De navelstreng is zeer lang, zodat hij niet breekt voordat het jong boven water lucht kan happen. De nageboorte wordt niet opgegeten. De jongen zijn in verhouding met de moeder groot en kunnen al goed zwemmen. Terwijl het jong gezoogd wordt is het moederdier vaak alweer dragend.