1.uiterlijk

2. waar zijn ze te zien

3.voeding

4. broedtijd

5. leeftijd

 

de vogel op de foto is een volwassen jan-van-Gent: wit met zwarte vleugelpunten en een gelige kop. Deze kleur krijgt hij pas tussen zijn 4 en 6 levensjaar: hij begint zijn leven bruin met witte spikkels. Elk jaar krijgt hij meer wit. De jan-van-Gent heeft lange vleugels en korte poten. Opvallend is zijn scherp getekende kop met blauwe ogen. Die ogen zijn zo geplaatst, dat hij goed naar voren kan kijken. Dat heeft hij nodig bij de jacht. Zijn snavel is heel stevig en heeft aan de voorkant fijn gezaagde randen. De jan-van-Gent heeft geen neusgaten. Hij haalt adem door zijn bijzonder gevormde gehemelte.

Ze trekken in het najaar richting het zuiden en zijn in deze tijd ook in grote aantallen in Nederland te zien.

 Jan-van-genten zijn typische zeevogels die hun prooi met een stootduik van soms wel 45 meter hoogte proberen te bemachtigen. Daarbij halen ze snelheden van meer dan 100 km per uur. Om de klap waarmee ze in het water plonzen te kunnen weerstaan, hebben ze luchtkamers aan de voorkant van hun lichaam. Ze kunnen een spanwijdte van bijna 2 meter hebben.

 De jan-van-Gent eet voornamelijk schoolvissen zoals Haring, Makreel, Kabeljauw en Horsmakreel.

 

Ze zijn pas op latere leeftijd geslachtsrijp. Pas vanaf hun 5e a 6e levensjaar broeden ze. Als broedplaats zoeken ze bij voorkeur een hoge plek. Ze zijn niet zo handig op land en kunnen vanaf een hoge plek makkelijk wegvliegen. In Nederland zijn er geen broedkolonies; die zijn in Europa vooral te vinden in Schotland en Noorwegen.

 

Het mannetje houdt al vanaf eind januari een broedplaats (een nest van zeewier op rotsrichels of steile hellingen) vrij. Het vrouwtje legt dan midden april één ei. Vervolgens broeden mannetje en vrouwtje om de beurt het ei uit. Dit doen ze op een speciale manier, namelijk met hun poten! In de broedperiode zijn hun poten extra doorbloed, waardoor ze extra warmte af kunnen staan. Na ruim 40 dagen komt het ei uit. Het jong komt kaal uit het ei; pas na een week krijgt het een donslaag. De ouders voeden het jong allebei, zo'n 90 dagen lang! Pas dan verlaat het jong het nest. Broedende jan-van-genten blijven binnen een afstand van 160 km vanaf het nest, maar meestal gaan ze niet verder dan 40 km. 

Het voorkomen van jan-van-genten langs de Nederlandse kust hangt sterk af van de beschikbaarheid van vissoorten in de kustwateren en de heersende windrichting en is daarom niet altijd voorspelbaar. Uit tellingen verricht in de periode 1972 - 1993 blijkt dat de meeste jan-van-genten in de maand oktober worden waargenomen (gemiddeld 10-15 vogels per uur langstrekkend). In de winter is het aantal zeer laag, dan is er een piekje in de zomer met ongeveer 3 vogels per uur, dat daalt weer in augustus en stijgt snel in de herfst. Tellingen uit de jaren 1990 verricht vanuit schepen op het Nederlandse deel van de Noordzee wijzen uit dat daar in de zomer ten minste 5000 exemplaren voorkomen met een piek in de herfst van 36.000 exemplaren. Verder zijn er sporadisch waarnemingen in het binnenland, tot in Drenthe, Gelderland en Limburg. Meestal betreft dit met storm naar binnen gewaaide, verzwakte individuen.

 behalve de klifkusten als broedplaats leeft de jan-van-Gent op volle zee en vliegt in zekere zin het voedsel achterna, scholen met vis. Zwerft over het gehele continentale plat en komt zelden verder dan 200 km buiten de kustlijn. Vooral onvolwassen vogels zwerven tot voor de West-Afrikaanse kust en canada komen ze ook voor.

ze worden maximaal 35 jaar ,de afmetingen zijn 87-100 cm

 

lid worden Facebook,hier kan je foto's en info over dieren en wilde dieren zettenh,klik op de link

https://www.facebook.com/groups/272538789822837/?ref=group_browse_new

Rating: 1 ster
1 stem

Maak jouw eigen website met JouwWeb